Ademruimte. Eentje waar ik naar uitkeek sinds de allereerste minuut dat de verpletterende diagnose chronische leukemie mijn leven anders maakte. Het leek in eerste instantie of het nooit nog zou komen. Dat de mannetjes aan mijn beed mijn definitief kopje onder zouden trekken… Maar toen plots kwam het: ademruimte. Enkele eerste goeie resultaten en een eerste keer een langere periode tussen de controles maken dat niet elke seconde van mijn gedachten afglijden naar ziek zijn.

Het leven herpakt zich en ik klamp me er aan vast. Het helpt me, duwt me vooruit en bezorgt me een soort van berusting. Duidelijk veel sterker zijnd dan ik ooit had gedacht. Het leukemie-beestje kreeg een plaats in mijn leven. Het is er, elke dag. Ik walg ervan en het maakt me nog zo vaak boos. Maar het is er en ik neem het erbij. Een godsgeschenk alleen komt het uit de hel. Moeilijk te verteren en toch verteer ik het.

Steeds vaker zijn er momenten dat ik er eventjes niet aan denk. Al gaat er nog geen dag voorbij of ergens glipt de gedachte aan het ziek zijn toch terug in mijn gedachten. Ik doe er alles aan het niet te moeten voelen. Soms lijk ik zelfs een beetje te vluchten. In werk en 1001 activiteiten, als de Lies die er altijd al geweest is. Ik respecteer daarin mijn eigen grenzen niet. Afgelopen week werkte ik elke dag tot een kot in de nacht ook al was dat niet persé nodig. Niet moeten denken, niet moeten weten… ontsnappen aan, het doet deugd.

Op een andere manier ermee omgaan kan ik niet. De echte berusting, die moet misschien nog komen. Het leven heeft me echter teveel vraagtekens gegeven waardoor ik nog nooit zo bewust heb geleefd en tegelijkertijd ver weg vlucht van alles wat bewust is. Maar ik voel me goed in deze gekke situatie waarvan ik nooit had gedacht dat ik er iets goed zou kunnen in voelen. Fysiek ben ik vrij oké hersteld. Het had nog wat meer mogen zijn maar met de nieuwe fysieke versie van Lies kan ik min of meer leven. Min of meer.

Als ze gewoon maar wil blijven, de ademruimte.

De duisternis kan ik beter dragen maar het is en blijft er. En het is ontzettend moeilijk om überhaupt te kunnen uitleggen wat ik precies voel. Want het is maar chronische leukemie en de behandeling loopt toch goed?!? Wanneer ik diep inadem, voel ik ze zitten en wanneer ik dat doe sluit ik vaak mijn ogen. Om te checken of dit wel echt is.

Het is echt en het gaat beter. Maar soms wint de duisternis nog steeds. Het jaagt me schrik aan en hoe ik ook probeer soms blijft het van me winnen. Dan rolt er een traan, eentje die niemand ziet en die niet te begrijpen valt. In mijn slaap maakt het me in paniek wakker. Telkens met dezelfde droom; ik die mijn medicatie vergat te nemen. (Wat tot nu toe in realiteit gelukkig nog niet is voorgevallen.)

Maar toch deze versie is mijn nieuwe goeie periode versie geworden. Want er is ademruimte. Ook al kan ik nu al voorspellen wanneer die weer voor eventjes zal verdwijnen, maar ze is er. En ondanks alles ben ik er blij dat ze er is. De tranen en paniekmomentjes neem ik er bij. Als ze gewoon maar wil blijven, de ademruimte.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Eén reactie