Ik word wakker en voel een stekende hoofdpijn. Opstaan verloopt moeilijk. De kindjes eten geven kost me al mijn energie. Ik bekom even in de zetel en breng ze daarna naar de opvang. Terug thuis kruip ik in mijn zetel, letterlijk. Ik begrijp niet wat er met me aan de hand is en huil. Op Netflix kijk naar Otherhood maar tussendoor blijven tranen komen. “Is het verdomme al niet moeilijk genoeg?!?”
Omdat ik me niet wil laten kennen, ga ik wandelen. Dat doet me altijd goed en is vaak zelfs een natuurlijke pijnstiller tegen de hoofdpijn. Het eerste stukje van de wandeling lijkt effectief te helpen. Ik ben afgeleid door het mooie stukje natuur. De rust en het alleen zijn in de natuur doen me deugd. Halfweg besef ik dat ik water vergat mee te nemen. De zon brandt op mijn gezicht. Mijn benen wegen 1000 kg. Opnieuw voel ik de tranen prikken. “Kan ik dit nu ook al niet meer?”
Ik zie een bankje in de schaduw en leg me neer. Ik bevind me ergens tussen slapen en waken. De rust doet me goed al moet ik verder want ik krijg het ijskoud. Ik sleep me naar mijn auto en rijd op automatische piloot terug naar huis. Daar kruip ik in mijn bed. Rillend en bang. Ik voelde me in jaren zo slecht niet. Wanneer de wekker af gaat, snooze ik nog een half uur. Ik moet de kindjes ophalen en alles in mijn lijf zegt dat ik dat niet kan.Maar zoals dat gaat met moeders doe je het toch, zonder twijfels, zonder zeuren. Zij hebben je nodig. Daarna val ik in een zwart gat. Ik weet niet meer goed wanneer de grootste kindjes thuis gekomen. Hoe ze aan eten zijn gekomen en wat ze al die tijd gedaan hebben. Ik kan mijn ogen niet open houden. Ik ril en kan alleen maar slapen.
De volledige dag controleerde ik mijn temperatuur. Maar nu lijkt die plots pijlsnel te stijgen. Ik eindig op 39,2 graden en weet dat een bezoek aan de spoed niet meer uit te stellen valt. Opnieuw bloedafnames, controles, longfoto’s en de melding dat ik niet naar huis mag. Om 5 na 12 kom ik aan op een piepklein kamertje. Niet de mooie kamers zoals op materniteit. Eentje van het soort waar je direct intriest van wordt. De nacht duurt lang. Ik heb pijn en mijn hart vult ze weeral eens met tranen en angst.
Ondertussen maakt dat intriest kamertje me ook effectief intriest. Ik kijk uit op het groendak van het ziekenhuis. Ik zie geen beweging, geen mensen, geen lachende gezichten… Verpleegsters komen en gaan, allemaal even lief maar geen één kan me vertellen wat er aan de hand is behalve dat ik niet naar huis mag. De Hydrea is voorlopig stop gezet. 1000 vragen, geen antwoorden. Opnieuw geen antwoorden.
Ik weet het even allemaal niet meer. Hier wil ik de komende jaren niet veel van mijn tijd doorbrengen. Ik wil het niet, ik wil het echt niet. Maar mijn lichaam koos anders. Ik moet. Dat heeft zelfs niks te maken met sterk zijn. Ik kan niet anders. Dat heet overleven. Maar in dit intrieste kamertje is het moeilijk. Opgesloten worden met je gedachten. Ik wil dit niet, ik wil dit echt niet.
Lieve lieve Lies, zoveel zorgen, zoveel verdriet. Ik wou dat ik ze lichter kon maken maar dat lukt me niet. Duizend hartjes, duizend knuffels, een container kracht en doorzetting gewenst.
Ai, wat jammer!
Ik ken het gevoel. Toen de secretaresse op onze school me zei dat ons huis in brand stond, heb ik ook geroepen “Dat wil ik niet!” maar er was niets aan te doen. En dit was ocharme alleen maar ons huis, onze nest.
Ik hoop dat het vlug een beetje beter met jou mag gaan, dat je lichaam je een beetje moeder laat zijn.
Kanker is erg en de behandeling is nog veel erger. Ik weet het uit ervaring. Ik weet niet of het helpt, maar je bent elke dag in mijn gedachten, hoewel we mekaar niet kennen.
Hopelijk voel je je snel weer wat beter. Ziekenhuizen zijn niet leuk.. Ik lag op een 6 persoonskamer waar de hele dag de TV aan stond, en een dement vrouwtje ‘ s nachts riep, het licht aan en uit deed en iedereen uit zijn slaap hield.. Die werd gelukkig om half 4 ‘ s nachts verplaatst.. Dan ben je heel blij dat je na 14 dagen eindelijk thuis bent :-) Veel sterkt gewenst.
ik wens je heel veel moed,sterkte,beterschap! Vertrouwen op de wetenschap. Je optrekken aan elk lichtpuntje,hoe klein ze ook zijn.
Met tranen in de ogen lees ik je woorden.
In 2010 viel in ons gezin de bom die kanker heet, bij onze toen 4jarige dochter.
Ik herken zo hard het niet willen, maar toch moeten. Er is geen keuze.
Ik wil je vooral op het hart drukken dat het ooit weer anders zal worden.
Dat je ooit met een glimlach op het gezicht zal terugdenken aan deze ellendige periode.
Wij duimen vanop afstand alvast hard mee!
Heel veel heel veel heel veel liefs. En moed. En liefs.
Lies, elke keer ben ik zelf ook triest als ik je verhalen lees.. ik denk elke dag aan jou terwijl ik je niet eens echt ken. Ik hoop dat je de komende tijd (jaren zelfs) niet te veel in een triest ziekenhuiskamertje terecht komt. Dat je je strijd zoveel mogelijk van thuis uit, je veilige cocon, kunt strijden. Ik wens jou en je naasten bakken vol moed, knuffels en liefde! 😘
Heel veel knuffels en moed en vooral snel terug naar huis 🍀💪🏻😘